Als je naar de creditzijde van de balans kijkt (rechts), zie je daar verschillende posten staan. Naast het eigen vermogen (EV) staat er ook het vreemd vermogen (VV). Het is onderverdeeld in kort vreemd vermogen (KVV) en lang vreemd vermogen (LVV). Bij een onderneming in het midden- en kleinbedrijf (mkb), zoals een zelfstandige zonder personeel (zzp) of een andere onderneming met slechts enkele werknemers in actieve dienst, is het aantal posten op de balans nog te overzien. Maar om zo’n balans echt goed te kunnen lezen wordt er wel enige boekhoudkundige kennis van jou verwacht.
Bij grote ondernemingen wordt dat een heel ander verhaal. Daar kom je ook reserves en voorzieningen tegen op de balans. En bijvoorbeeld ook de post onverdeelde winst of een obligatielening. Dit artikel richt zich daar niet op. Het gaat in dit artikel om het begrip vreemd vermogen op de balans van een zzp’er of een klein tot middelgroot mkb bedrijf. Het vreemd vermogen berekenen is eenvoudig. Het gaat namelijk als volgt:
vreemd vermogen = kort vreemd vermogen + lang vreemd vermogen
Later wordt aan de hand van een voorbeeld duidelijk uit welke posten het vreemd vermogen wordt opgebouwd.
Het vreemd vermogen berekenen
Het vreemd vermogen berekenen is zoals eerder gezegd vrij eenvoudig. Het gaat namelijk om het optellen van alle schulden en verplichtingen van jouw onderneming. Het optellen is niet zo ingewikkeld maar het onderscheid maken tussen het kort en lang vreemd vermogen vraagt om extra aandacht. Om de schulden en de andere verplichtingen juist toe te kunnen wijzen is enige boekhoudkundige kennis nodig. Want waar plaats je nu bijvoorbeeld een tekort op de rekening-courant? Of een onderhandse lening van familie, die het geld niet direct terug wilt hebben omdat ze jou graag willen helpen. Is dat dan een kortlopende lening of een langlopende lening? In de volgende alinea gaan we verder in op dit onderscheid in vreemd vermogen.
Kort vreemd vermogen
Belangrijk om te onthouden is dat kort vreemd vermogen schulden en/of verplichtingen zijn die een looptijd hebben van maximaal 12 maanden. Eén jaar dus. Het zijn zogenaamde kortlopende schulden. De berekening gaat als volgt:
kort vreemd vermogen (KVV) = de optelsom van alle kortlopende schulden en verplichtingen met een looptijd van minder dan één jaar
Je kunt hierbij denken aan de crediteuren van wie je meestal een betalingstermijn van enkele weken krijgt, een kortlopende lening die binnen een jaar weer wordt afgelost, het tijdelijk rood staan op de betaalrekening, of het nog te betalen bedrag van de reeds ingezonden aangifte omzetbelasting (Btw). Het bedrag van de omzetbelasting dat nog moet worden overgemaakt naar de bankrekening van de Belastingdienst is een schuld die onder het kort vreemd vermogen valt.
Lang vreemd vermogen
Misschien is je nu al wel duidelijk geworden wat onder lang vreemd vermogen wordt verstaan. Het gaat in tegenstelling tot het kort vreemd vermogen om langlopende schulden en verplichtingen. Om precies te zijn met een looptijd langer dan één jaar. De berekening gaat als volgt:
lang vreemd vermogen (LVV) = de optelsom van alle langlopende schulden en verplichtingen met een looptijd van één jaar of langer
Als je dit onderscheid op de besproken wijze toepast en goed onthoudt, dan kan het niet mis gaan op de balans van jouw bedrijf.
Een voorbeeld van de creditzijde van de balans
Op de creditzijde van de balans (rechts), wat ook wel de passiva wordt genoemd, vind je het eigen vermogen en het vreemd vermogen. Als je van alle activa (bezittingen) op de debetzijde van de balans (links) het vreemd vermogen aan de creditzijde (rechts) aftrekt, houd je het eigen vermogen over. Op die manier wordt het eigen vermogen ook daadwerkelijk berekend. Het is een restpost die als laatste wordt vastgesteld. Onder deze restpost staat het vreemd vermogen uitgesplitst in kort en lang vreemd vermogen. Andersom werkt deze berekening net zo goed. Trek van de bezittingen (activa) het eigen vermogen af en wat overblijft is het totale vreemde vermogen. Beide berekeningen zijn goed.
Onderstaande voorbeeld laat zien uit welke posten het vreemd vermogen kan bestaan. De opsomming is niet limitatief. Het gaat om de hoofdlijnen. Het eigen vermogen vormt samen met het vreemd vermogen het gehele kapitaal dat nodig is geweest om jouw bedrijf te financieren. Denk hierbij aan de volgende posten.
- EIGEN VERMOGEN
- Eigen vermogen 150.000 euro
- LANG VREEMD VERMOGEN
- Hypothecaire lening 240.000 euro
- Onderhandse lening 15.000 euro
- Overige langlopende leningen 8.600 euro
- KORT VREEMD VERMOGEN
- Crediteuren 2.340 euro
- Nog te betalen omzetbelasting 14.700 euro
- Rekening-courant 5.000 euro
- Overige kortlopende schulden 1.155 euro
- TOTAAL VREEMD VERMOGEN
- Het totaal aan vreemd vermogen 286.975 euro
- TOTAAL PASSIVA
- Het totaal aan passiva 436.795
Het verschil vreemd en eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat zoals je hebt gezien in het voorbeeld uit het geld van de onderneming dat door de jaren heen verdiend is. Het neemt elk jaar toe zolang er maar winst wordt gemaakt. Het verschilt zodoende van het vreemd vermogen. Omdat het vreemd vermogen uit schulden en verplichtingen bestaat welke uiteindelijk allemaal terugbetaald moeten worden aan de bank, de kredietverlener of aan de familie zoals in het voorbeeld.